Absenteïsme door hyperconnectiviteit bestrijden op 3 niveaus

Absenteïsme heeft uiteenlopende oorzaken, maar het is inmiddels bewezen dat hyperconnectiviteit wellicht een van de grootste boosdoeners is. Door de constante verbondenheid met het werk via smartphones, tablets en andere digitale tools, ontkomt de werknemer geen enkel moment aan werkgerelateerd nieuws, opdrachten en ontwikkelingen, wat op zijn beurt burn-outs sterk in de hand werkt. Het is dan ook geen wonder dat de explosieve toename van het aantal burn-outs in de Lage Landen sinds 2010 direct gekoppeld is aan de algemene verspreiding van smartphones.

Absenteïsme is een complex fenomeen

Primaire preventie richt zich op het aanpassen van de organisatiecultuur, waarbij een bedrijf streeft naar het wegnemen van oorzaken van ongecontroleerde hyperconnectiviteit. Voorkomen is immers beter dan genezen. Organisaties die deze primaire preventiemaatregelen serieus nemen, proberen het bewustzijn van medewerkers te vergroten en collectieve maatregelen tegen risico's in de organisatie te nemen. Dit kan bijvoorbeeld door het bespreekbaar maken van het probleem, het implementeren van bedrijfsbrede richtlijnen, of het gezamenlijk instellen van specifieke applicaties die het gebruik van digitale tools buiten de werkuren beperken of bemoeilijken. Het sensibiliseren van werknemers hoeft niet beperkt te blijven tot het bedrijf zelf; organisaties kunnen bijdragen aan een verhoogd bewustzijn van de risico’s door deel te nemen aan maatschappelijke initiatieven zoals de Week van de Deconnectie.

Secundaire preventie richt zich op het vroegtijdig opsporen of herkennen van potentieel problematische hyperconnectiviteit door leidinggevenden. Vaak weten teamleiders, managers en andere leidinggevenden precies welke teamleden 's avonds, in het weekend en tijdens vakanties blijven doorwerken, reageren op e-mails van collega’s, enzovoort. Wanneer individuen in een risicozone snel worden geïdentificeerd, kunnen ze hierop worden aangesproken en kan er op maat hulp (bijvoorbeeld via opleidingen of andere informatie) worden aangeboden.

Tertiaire preventie richt zich op medewerkers die daadwerkelijk slachtoffer zijn geworden van hyperconnectiviteit en hierdoor uitvallen door burn-out, manifest onderpresteren of op een andere manier slecht functioneren binnen de organisatie. Ze kunnen worden doorverwezen naar gespecialiseerde (medische) hulp of via uitgebreidere programma’s worden ondersteund om diepgaand aan een oplossing te werken.

Symptoombestrijding haalt weinig uit

Alleen wanneer er op de verschillende preventieniveaus wordt gewerkt, zullen organisaties daadwerkelijk vooruitgang boeken en hyperconnectiviteit als belangrijkste bron van absenteïsme en burn-out onder controle krijgen. Een gelaagde benadering gaat dus verder dan symptoombestrijding en richt zich ook op de achterliggende oorzaken en bredere context van het probleem.