Sciencefiction wordt werkelijkheid: hoe "The Machine Stops" de digitale tijd voorspelde

Iets meer dan een eeuw geleden verscheen "The Machine Stops," een kort verhaal van E. M. Forster. Hoewel Forster vooral bekend is van zijn talrijk verfilmde realistische verhalen (zoals "A Passage to India," "Howards End," en "A Room with a View"), was dit werk bedoeld als pure sciencefiction. Nu, iets meer dan honderd jaar later, blijkt het dystopische scenario akelig accuraat van toepassing te zijn op het digitale heden.

In "The Machine Stops" controleert een mysterieuze machine de hele wereld, van voedselvoorziening tot informatietechnologieën. Mensen ontmoeten elkaar niet meer rechtstreeks, maar communicatie op afstand vindt plaats zonder elkaar nog persoonlijk op te zoeken. De machine bepaalt het hele leven en de gedachten van mensen, waardoor iedereen er afhankelijk van wordt.

Je hebt niet veel fantasie nodig om dit boek te lezen als een voorspelling van de huidige digitale tijd. Wereldwijd heeft het gebruik van digitale media onze samenleving in korte tijd drastisch veranderd. De snelheid van deze verandering is opmerkelijk, met een exponentiële toename in het afgelopen decennium. De vraag rijst: hoe past ons brein en geest zich aan, en welke kosten en risico’s zijn daaraan verbonden?

In "The Machine Stops" eindigt het verhaal met een haperende machine, die een groot deel van de mensheid uitroeit. Dat lijkt een dramatisch einde, maar eigenlijk is het een nieuw begin, want een kleine groep mensen die zich vooraf bewust had afgekeerd van "The Machine" overleeft en bouwt een nieuw leven op.

De vraag is of ons digitale tijdperk op een vergelijkbare manier zal eindigen. Ik vrees voor een alternatief, maar even dramatisch scenario. Want nu al blijken de door AI gestuurde algoritmes in staat om ons bewustzijn te sturen. Waarom zouden de Meta's en Apples van deze wereld ons brein niet kunnen herprogrammeren, zodat de sluimerende behoefte aan onafhankelijkheid van smartphones en het internet verdwijnt? Grote technologiebedrijven zouden breincontrole kunnen benutten om de perceptie van constante online aanwezigheid te bevorderen als een "ideaal". Door het manipuleren van neurale patronen zouden zij kunnen streven naar een samenleving waarin de noodzaak van offline momenten als verouderd wordt beschouwd.

Op deze manier zou breincontrole door deze bedrijven een dystopische realiteit kunnen scheppen, waarin afhankelijkheid van constant online zijn genormaliseerd wordt, vergelijkbaar met het scenario in Forsters verhaal. Het is van uiterst belang dat we nadenken over de ethische implicaties en grenzen van technologische invloeden op ons brein, om te waarborgen dat er een gezonde balans blijft tussen technologiegebruik en ons welzijn.

Wat ooit leek op dystopische sciencefictions, tekent zich nu af als een beginnende realiteit. Forsters visionaire blik, hoewel geschreven in een tijd van aanzienlijk minder geavanceerde technologie, lijkt in de context van hedendaagse ontwikkelingen profetisch. Deze opvallende overeenstemming tussen fictie en realiteit bewijst niet alleen hoe krachtig de menselijke verbeelding is, maar benadrukt ook de noodzaak om bewust en voorzichtig om te gaan met de technologische toekomst.